Mgr. Roger Gryson

Derde vastenzondag: zondag van het H. Kruis

Brief van de Apostel Paulus aan de Hebreeën 4:14-5:6

Nu wij een verheven hogepriester hebben, een die de hemelse sferen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, moeten wij vasthouden aan onze belijdenis. Want wij hebben een hogepriester die in staat is om mee te voelen met onze zwakheden; Hij werd zelf op allerlei manieren op de proef gesteld, precies zoals wij, afgezien dan van de zonde. Laten wij daarom vrijmoedig naderen tot de troon van Gods genade, om barmhartigheid en genade te vinden en zo hulp te krijgen op de juiste tijd.

Want elke hogepriester wordt genomen uit de mensen en aangesteld voor de mensen, om hen te vertegenwoordigen bij God, om gaven en offers op te dragen voor de zonden. Hij is in staat onwetenden en dwalenden geduldig te verdragen, omdat hij ook zelf aan zwakheid onderhevig is; daarom moet hij, als hij offers voor de zonden opdraagt, evengoed aan zichzelf denken als aan het volk. En niemand kan zich die waardigheid aanmatigen; men moet evenals Aäron door God geroepen worden.

Zo heeft ook Christus niet zichzelf de eer van het hogepriesterschap toegekend; dat heeft God gedaan, die Hem zei: Mijn Zoon ben jij, Ik heb je vandaag verwekt. Zoals Hij ook elders zegt: Jij bent priester voor eeuwig, op de wijze van Melchisedek.

 

Evangelie: Mc 8,34-9,1

Hij riep de menigte met de leerlingen bij zich en zei tegen hen: 'Als iemand achter Mij aan wil komen, laat hij dan met zichzelf breken, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Wie zijn leven verliest vanwege Mij en de goede boodschap, zal het redden. Want wat baat het een mens heel de wereld te winnen maar zichzelf schade toe te brengen? Want wat kan een mens geven in ruil voor zichzelf? Want wie zich schaamt voor Mij en mijn woorden temidden van deze overspelige en afvallige generatie, over hem zal ook de Mensenzoon zich schamen wanneer Hij, bekleed met de heerlijkheid van zijn Vader, komt met de heilige engelen.'

Ook zei Hij hun: 'Ik verzeker u, er zijn er hier die de dood niet zullen proeven voordat ze hebben gezien dat Gods koninkrijk met kracht gekomen is.'

 

Broeders en zusters,

In het Evangelie van vandaag nodigt Jezus diegenen die zijn volgelingen willen zijn uit, hun kruis op te nemen. Zou dat betekenen dat, om discipelen van Jezus te zijn, wij zouden moeten wensen om te lijden? Zeker niet! Heel zijn leven lang heeft Jezus tegen het lijden gevochten en geprobeerd allerlei pijn te verlichten. Men moet het vervolg van de tekst lezen, waar Jezus uitlegt wat hij wil zeggen. Degene die zichzelf zoekt, die in alle dingen zijn plezier beoogt, zijn winst, zijn voordeel, die zal misschien ”in het leven“ slagen, zoals men zegt, maar hij zal niet slagen in zijn leven. Ten slotte zal hij teleurgesteld worden. Hij zal misschien wel blikken vol afgunst krijgen, maar hij zal geen vrienden krijgen, in ieder geval geen echte vrienden, alleen hovelingen en vleiers met bijbedoelingen, die hem bij de eerste tegenslag als een steen zullen laten vallen. En hij zal ten slotte alleen staan tegenover zichzelf en in tragische eenzaamheid verzinken. Daarentegen zal degene die, naar het voorbeeld van Jezus, zijn leven voor de anderen geeft, dat wil zeggen hij die in zijn levenskeuze eerst aan de anderen denkt,  hij die zoekt geluk te zaaien rondom zich, die zal het echte geluk vinden, want er is meer geluk in het geven dan in het  krijgen.

De hele moderne mentaliteit die ons omgeeft en die onbewust onze reacties beïnvloedt, spreekt ons over ontplooiing, plezier, vrijheid, creativiteit, genot. Iedereen moet zijn eigen leven leiden zoals hij wil, „het is verboden te verbieden“. Jezus wijst ons een andere weg. Zijn echtgenote of echtgenoot trouw blijven en liefhebben tot het einde toe. Zinvol broederlijk delen met anderen, wanneer alles ons ertoe aanzet om voor zichzelf te spenderen of te accumuleren. Eerlijk blijven in een economische wereld die geen andere wet kent dan die van de jungle, waar de sterke de zwakke verplettert. Aan degenen kunnen vergeven die ons kwaad willen doen. De moed hebben om te verklaren voor Jezus te kiezen in een ongelovige of zelfs spottende wereld. Dat is het wat bedoelt wordt met “zijn kruis opnemen” en Christus navolgen.

Natuurlijk zal iedereen vroeg of laat, in zijn leven, geconfronteerd worden met het kruis in een andere zin, dat wil zeggen het lichamelijke of geestelijke lijden. In het licht van het kruis van Christus, waarvan wij weten dat zij een etappe is geweest op de weg van de herleving, krijgt dit lijden een andere zin. Wij kunnen zeker zijn dat God in dergelijke omstandigheid ons niet laat vallen, dat Hij tijdens deze moeilijke momenten aan onze zijde blijft staan. Als wij overtuigd zijn van Zijn trouw en blijven open staan voor Zijn genade, zullen wij niet aan ontmoediging ten onder gaan, want de vlam van de hoop in ons hart zal blijven branden. En ten slotte, zullen wij ontdekken dat die beproeving ons sterker heeft gemaakt en ons heeft laten groeien. Want er is geen kruis dat niet op een verrijzenis uitloopt.