12 november: Gedachtenis van de Heilige Josaphat van Polatsak
Eerste lezing: Hebr. 4,14 - 5,6
Broeders en zusters: Wij
hebben een hogepriester die in staat is met ons mee te voelen met onze
zwakheden. Hij werd zelf op allerlei manieren op de proef gesteld, precies zoals
wij, afgezien dan van de zonde. Laten wij daarom vrijmoedig naderen tot de troon
van Gods genade, om barmhartigheid en genade te verkrijgen en tijdige hulp. Want
elke hogepriester wordt genomen uit de mensen en aangesteld voor de mensen, om
hen te vertegenwoordigen bij God en om gaven en offers op te dragen voor de
zonden. Hij is in staat onwetenden en dwalenden geduldig te verdragen, daar hij
zelf ook aan zwakheid onderhevig is; daarom moet hij, als hij offers opdraagt
voor de zonden, even goed aan zijn eigen zonden denken als aan die van het hele
volk. En niemand kan zich die waardigheid aanmatigen, men moet evenals Aäron
door God geroepen worden. Ook Christus heeft zichzelf niet de eer van het
hogepriesterschap toegekend; dat heeft God gedaan, die Hem zei: Gij zijt mijn
zoon, Ik heb u heden verwekt. En elders zegt Hij: Gij zijt priester voor
eeuwig, op de wijze van Melchisédek.
Evangelie: Joh 10,9-16
De Heer sprak:
Ik ben de deur; indien iemand door Mij
binnengaat, zal hij worden gered; hij zal
in- en uitgaan en weide vinden. De dief
komt alleen maar om te stelen, te slachten
en te vernietigen; Ik ben gekomen, opdat zij
leven zouden bezitten, en wel in overvloed.
Ik ben de goede herder. De goede
herder geeft zijn leven voor zijn schapen.
Maar de huurling, die geen herder is en
geen eigenaar van de schapen, ziet
de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en
vlucht weg; de wolf rooft ze en jaagt
ze uiteen. Hij is dan ook maar een
huurling en heeft geen hart voor de schapen.
Ik ben de goede herder. Ik ken de
mijnen en de mijnen kennen Mij, zoals de
Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik
geef mijn leven voor de schapen. Ik heb
nog andere schapen, die niet uit deze
schaapstal zijn. Ook die moet Ik leiden
en zij zullen naar mijn stem luisteren en
het zal worden: één kudde, één herder.
Zusters
en broeders,
In
het evangelie hoorden we, dat de Goede Herder zijn leven geeft voor zijn
schapen. Zo typeert Jezus in de gelijkenis van de Goede Herder, dat Gods werken
in Hemzelf zichtbaar geworden is. Hij zegt: “Zelfs schapen die niet in de stal
zijn en die Mij niet kennen moet Ik leiden”.
Intern
woedde er ook nog verschillende godsdienstoorlogen in West-Europa zoals tussen
Lutheranen en Katholieken in Duitsland, tussen Calvinisten en Katholieken in de
Nederlanden en Zwitserland en tussen de Hugenoten en de Fransen. En in het
Oost-Europa ontbrandde er een strijd doordat Moskou zich onafhankelijk maakte
van Constantinopel. Zo ontstond het verlangen in de Oekraïne om zich te
verbinden met Rome in de Unie van Brest. Maar ook dit streven liep uit op een
schisma tussen Orthodoxen en Grieks-Katholieken.
In
die sfeer leefde Josafat, gedreven door een innerlijke verlangen, om de kerk
weer tot eenheid te brengen.
Europa
werd verscheurd door allerhande argumenten, die vaak niets met religie te maken
hadden, maar wel met machtsstrijd. Religie werd in die tijd - en dat was nieuw
voor de opkomende nationale staten – gebruikt als machtsmiddel zowel aan
Katholieke, Reformatorische alsook aan Orthodoxe zijde. In die sfeer werd God
gezien als een straffende rechter en als een absolutistische vorst. Een kleine
eeuw later zou een Franse non Margaretha Maria Alacoque een visioen krijgen, die
dat beeld zou gaan doorbreken tot in onze tijd toe. Zij zag in dat visioen
Jezus staan als de Goede Herder met een liefdevol hart.
De
verdeeldheid van de christenen is een probleem, dat Paulus reeds aankaart in de
eerste eeuw, waarin het christendom ontstaat. Hoewel de verscheidenheid in de
culturen, talen, tradities ook haar eigen schoonheid en waarheid voortbrengt, is
de verdeeldheid onder de christenen, die hieruit is voortgevloeid een punt
van zorg. Als in geen andere tijd dienen wij de weg van Christus aan het licht
te brengen.
In
een tijd waarin onze wereld door onrust verscheurd wordt, is juist de eenheid
van alle christenen een baken van houvast. Want uiteindelijk is er maar één
Goede Herder, Die ons nooit zal misleiden en Die zelfs over ons waakt als wij
verdwalen. Want wij kunnen verdwalen in het woud van hebzucht,
onverdraagzaamheid en onverschilligheid. Dat is immers de afgrond, waarboven
onze samenhang in de huidige tijd in Europa opnieuw balanceert.
In
een tijd dat Europa opnieuw verscheurd zou worden door twee goddeloze systemen
zoals paus Benedictus XVI die thans noemt, nl. het Nationaal-socialisme en het
Marxistisch-Leninisme. In 1949 liet Pius XII het stoffelijk overschot van
Josafat eerst vanuit Zachodnaja Dzjvina naar Wenen overbrengen.Vandaaruit werd
Josafat naar Rome gebracht en kreeg in de St. Pieter zijn laatste rustplaats.
Hij
is de enige niet-paus, die ín de St. Pieter een rustplaats heeft gekregen. Hij
ligt onder het altaar van de Goddelijke Barmhartigheid, war hij in een glazen
schrijn te aanschouwen is. Een hoge eer die alleen maar pausen toekomt en ook
Josafat.
In
zijn spoor mogen wij de Goede Herder van allen bidden om eenheid en genade.