23° zondag na Pinksteren
Ef
2, 4-10
God,
die rijk is aan erbarming, heeft wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft
liefgehad, ons met Christus ten leven gewekt, hoewel wij dood waren door onze
zonden; aan zijn genade dankt gij uw redding. En Hij heeft ons samen met Hem
doen opstaan en zetelen in de hemelen, in Christus Jezus, om de naderbij komende
Eeuwen de overgrote rijkdom van zijn genade te tonen door zijn goedheid jegens
ons in Christus Jezus. Ja, aan die genade dankt gij uw heil, door het
geloof; niet aan uzelf, Gods gave is het; niet aan uw prestaties, niemand mag
zich verhovaardigen. Gods werk zijn wij, geschapen in Christus Jezus, om in ons
leven de goede werken te realiseren die God voor ons al bereid heeft.
Lc
8, 26-39
In
die tijd toen Jezus aan land gegaan
was in de streek der Gerasenen, liep
Hem uit de stad een man tegemoet, die
door duivels bezeten was. Sinds geruime tijd
droeg hij geen kleren meer en verbleef
niet in een huis, maar in de grafspelonken.
Toen hij Jezus zag, viel hij Hem
schreeuwend te voet en riep met luider
stem: Wat hebt Gij met mij te maken,
Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik
bid U, kwel mij niet! Want Jezus had
aan de onreine geest bevel gegeven uit
de man weg te gaan. Menigmaal had die
hem al meegesleept en om hem vast te
houden werd hij dan in hand- en
voetboeien geketend, maar hij trok de boeien
stuk en werd door de duivel de eenzaamheid
ingejaagd. Jezus vroeg hem nu: Hoe heet
je? Hij antwoordde: Legioen. Want er waren
veel duivels in hem gevaren. Ze smeekten
Hem hun niet te gelasten naar de
afgrond terug te keren. Nu was men
daar in het gebergte een grote troep
zwijnen aan het hoeden. Zij smeekten Hem,
dat Hij hun zou toestaan daarin te gaan;
Jezus stond het hun toe. De duivels
gingen uit de man weg en voeren in
de zwijnen, waarop de troep zich van de
steile oever in het meer stortte en
verdronk. Toen de zwijnenhoeders zagen wat er
gebeurd was, namen zij de vlucht en
vertelden het in de stad en op het
land. Daarop kwamen de mensen kijken naar
wat er gebeurd was. Zij gingen naar
Jezus toe en vonden de man uit wie
de duivels waren weggegaan aan zijn voeten
zitten, gekleed en goed bij zijn verstand;
en ze werden door vrees bevangen. Die
het gezien hadden verhaalden hun, hoe de
bezetene genezen was. Heel de bevolking van
het gebied der Gerasenen vroeg Hem nu bij
hen weg te gaan, want zij waren door
grote vrees bevangen. Hij stapte dus in
de boot en keerde terug. De man uit
wie de duivels waren weggegaan, vroeg bij
Hem te mogen blijven. Maar Jezus stuurde hem
weg en zei: Ga naar uw huis terug
en vertel alles wat God aan u gedaan
heeft. Hij ging heen en verkondigde in heel de stad wat Jezus aan
hem gedaan had.
Genezing van een bezetene
Wat een verhaal
weer, deze keer!
Jezus kwam iemand
tegemoet die in de macht was van demonen. Al geruime tijd droeg hij geen kleren
en woonde hij niet meer in een huis, maar in rotsgraven.
Het gaat
natuurlijk niet alleen om dat spannende verhaal.
Het kernpunt ervan
is dat Jezus een mens redt die bezeten was door het boze, het kwade; in die tijd
noemden ze dat ook wel, bezeten zijn door demonen.
Wanneer we bidden:
'verlos ons van het kwaad', brengen we alle ellende van de wereld voor onze
Vader in de hemel.
We denken dan aan
de rampen, maar ook aan het kwaad waarin we - hoewel ongewild - verstrikt zijn
geraakt en ook anderen verstrikken. We denken aan wetten en internationale
overeenkomsten die bedoeld zijn om oorlogen voort te zetten, om de machtigen nog
machtiger te maken, de rijken nog rijker, de armen nog armer en de mensen die
afhankelijk zijn, nog afhankelijker.
Als christenen
geloven we niet alleen in 'het boze', maar ook in 'de boze'. Dat is de vijand
van God -de duivel- die aan het werk is. Die is ook de vijand van de mens. Hij
probeert ons van God af te brengen, hij verlokt en liegt, en probeert ons aan
zijn kant te krijgen.
Maar we geloven
ook dat de God van Jezus Christus sterker is dan alle machten van het
kwaad in de wereld. Zoals ook de door het kwade bezeten man in het Evangelie:
hij wilde bij Jezus blijven. Dat telt ook voor ons: Als we ons aan Jezus
Christus vasthouden, kunnen we leven zonder angst.
'Verlos ons Heer
van alle kwaad, geef vrede in onze dagen'.
Amen.