Palmzondag 2009
Vandaag
vieren wij Palmzondag. Echte palmtakken hebben wij hier niet, maar zo'n
buxustakje kan ook uit-stekend daartoe dienen. Het bijzondere van deze takjes is
dat ze altijd groen en levend blijven. Of het vriest of sneeuwt, of het hagelt
of stormt, deze buxustakjes blijven groen; ondanks alle krachten die het
tegenwerken, blijft het palmboompje levend.
Vandaag
vieren wij dat Jezus naar Jeruzalem ging. Daar was het klimaat ijzig koud door
de arrogantie van de leiders. Hij wist dat hij daar felle tegenwind zou ondervinden,
want hij werd door de elite van het volk gezien als een dwarsligger, een
revolutionair die voor hun macht gevaarlijk was.
Hij
had de andere kant uit kunnen gaan, hij had kunnen vluchten, zoals eenmaal
vroeger, waneer zijn uur nocht niet gekomen was. Hij had ook passief aan de kant
kunnen blijven staan, zich op de berg alleen terugtrekken, zoals eenmaal
vroeger, waneer zijn uur noch niet gekomen was. Maar nu was zijn uur gekomen,
en hij ging door met wat hij begonnen was, hij ging door tot het bittere einde,
ondanks alle tegenwerking. Nu moest hij zijn zen-ding afronden en voltooien.
Hij
wordt als koning ingehaald, enthousiaste men-sen zingen hem toe. Het lijkt een
triomfantelijke optocht, maar het is het begin van het einde, – wij weten dat
en hij wist dat. Ingehaald als een koning, maar wel een koning op een ezel, en
dat lijkt zoals een karikatuur. Koningen zitten gewoonlijk op een paard. Daarop
kijkt men naar de gewone mensen van omhoog af, daarop kan man naar de oorlog
rijden. Niet op een ezeltje, het vervoersmiddel van de arme man, een symbool van
vrede en van deemoed. Maar zoals het palmboompje heeft ook de ezel iets taais.
De ezel is een trouw dier. Hij draagt geduldig zware lasten over moeilijk
terrein en blijft koppig doorgaan.
Wat
Jezus naar Jeruzalem bracht was trouw aan zijn opdracht, om aan zijn apostelen
te laten verstaan en aan de mensen te laten zien dat ware grootheid ligt in
dienstbaarheid, in het dragen van lasten voor anderen. Draag de lasten van
elkaar, zegt Paulus, en zo zult u de wet van Christus vervullen. Jezus wil ons
in de goede week laten zien dat waarachtig leven vraagt dat je moeilijke dingen
niet uit de weg gaat, dat je trouw blijft aan je levensopdracht et dat je je
dienstbaar maakt voor medemensen. Ga door, zegt hij ons, ook al begin je
moedeloos te worden, bij alle negatieve dingen die je om je heen ziet. Ga door,
ook al is het niet gemakkelijk door het onbegrip en soms zelfs de tegenwerking
die je tegenkomt. Ga door, ook al vindt men het onzin wat je doet. Laat je niet
op sleeptouw nemen door de mode van deze tijd, die houding van "ieder voor
zich en God voor ons allen", maar blijf vasthouden aan je overtuigingen.
Jezus
op zijn ezel is een voorbeeld voor ieder van ons en ook voor de Kerk van
vandaag. Vroeger had zij de neiging om macht en glans bij haar feesten en
congressen te ontvouwen; triomfalisme noemt men dat. En toch moet de Kerk
dezelfde weg als Jezus gaan. Dezelfde Kerk die de kenmerken van het triomfalisme
vertoonde en soms ook cultiveerde is tegelijk de Kerk die met de dood
gebrandmerkt is, vervolgd in alle tijden van de geschie-denis, die verstoten is
tot in onze dagen. Machteloos tot in het belachelijke in vergelijking met de
machtigen der wereld. Helemaal naar God verwijzend, helemaal op God aangewezen.
In
deze week zullen wij het geheim vieren van de vredige koning Jezus, die naar de
dood gaat. Die kleine onaanzienlijke grauwe ezel die hem draagt is een teken van
God voor onze tijd. Niet het sensationele, het op-vallende zal ons redden.
Redden kan ons alleen maar de opvallende gehoorzaamheid tegen onze Heer en
Meester, die Koning en Vorst is in zijn verlossende liefde en ons aller knecht
is geworden.